De Noord-Hollandse blauwe neemt binnen de oorspronkelijke oud-Nederlandse hoenderrassen een bijzondere plaats in. Deze kip is een bewust gecreëerd product, met als doel de Amsterdammers aan het begin van de vorige eeuw te voorzien van een stukje vlees.
Officieel heet dit ras het Noord-Hollandse hoen, maar fokkers en de speciaalclub gebruiken meestal de oorspronkelijke naam van dit oud-Nederlandse ras, de Noord-Hollandse blauwe. Het ‘blauwe’ slaat op het grijsblauwe uiterlijk van dit hoenderras. Dit uiterlijk komt door de onregelmatige donkergrijze banden op de veren, de koekoek kleurslag.
Bij de hanen zijn de witte banden breder dan de donkergrijze. Bij de hennen is dat net andersom. Bovendien zijn de veereinden bij de haan licht en bij de hen donker van kleur. Hierdoor oogt de hen donkerder dan de haan.
Bezaanse kippen
Rond het jaar 1900 ontstond er in Amsterdam een grote vraag naar kippenvlees. Het liefst hadden de inwoners het malse vlees van de jonge nog niet volgroeide kippen. Ten noorden van Amsterdam lag een groot veeteeltgebied, zoals bij de dorpen Zaandam en Purmerend. Belangrijkste boerenactiviteit daar was de eendenhouderij en de handel in eendeneieren. Daarnaast fokte men kippen die als piepkuikens verkocht werden aan de Amsterdammers.
De kippen hadden in die tijd nog een zeer verschillend uiterlijk. Ze stonden onder de handelaren bekend als Bezaanse of Zaanse hoenders. De boeren uit die streek realiseerden zich dat er met de Bezaanse kippen geld te verdienen was. Om aan de grote vraag vanuit Amsterdam te voldoen, gingen ze op zoek naar meer bevleesde rassen om hun Bezaanse hoenders te verbeteren. Van alles werd er geprobeerd, totdat ze in België het vleesras Mechelse koekoek op het spoor kwamen. Dat werd een groot succes.
Officieel bedrijfsras
De kippenbedrijven schoten ten noorden van Amsterdam als paddenstoelen uit de grond. Langdurig gebruik van Mechelse hanen zorgden voor steeds meer kuikens met een koekoekkleurig verenkleed, net als de vaderdieren. Van een afstand leken de onregelmatig gestreepte kippen blauwig van kleur. Na verloop van tijd sprak men in de volksmond van Blauwzanen of blauwe kippen.
Het ging goed met de handel van de Blauwzanen, er was zelfs export naar Engeland. Daarom werd het ras in 1929 door de toenmalige pluimveeindustrie als officieel bedrijfsras erkend. De Blauwzanen gingen vanaf dat moment door het leven als Noord-Hollandse blauwen. Een dubbeldoelras, dat een prima bout opleverde en daarnaast ook een flink aantal eieren produceerde.
Meer weten over de Noord-Hollandse blauwe?
Kijk voor meer informatie op de site van de speciaalclub
Tekst en foto: Jan Smit
Weten hoe de Noord-Hollandse blauwe zich ontwikkelde naar een tentoonstellingshoen? Neem dan een (proef)abonnement op Boerenvee. Vermeld in het opmerkingenveld dat je graag nummer 6 van 2022 als eerste nummer wil ontvangen. Daarin lees je het hele artikel over de Noord-Hollandse blauwe.