Het ontstaan van de Schijndelaar is misschien wel het mooiste verhaal uit de Nederlandse pluimveegeschiedenis. Dit kippenras werd in 2001 officieel erkend, na jaren van creëren en selecteren. Daarmee is de Schijndelaar het laatste ras dat aan de Nederlandse erkende rassen is toegevoegd.
Eind jaren 70 hield toenmalig dierenarts Ruud Kaasenbrood een lezing over erfelijkheidsleer bij de Eerste Schijndelse Kleindierenvereniging, hij sprak onder andere over de mogelijkheden om een geheel nieuw kippenras te creëren. Na afloop van de lezing praatte een aantal leden van de vereniging nog even na met de spreker, onder het genot van een goed glas bier. De stemming werd steeds beter en er ontstonden wilde ideeën over een nieuw kippenras. Achter op een bierviltje werden de gewenste raskenmerken van deze “Schijndelaar” opgetekend. Het moest een sierlijk fazantachtig hoen worden, met een kleine kuif en weinig kopversierselen. De hanen moesten een lange horizontaal gedragen staart hebben en de hennen moesten groene eieren leggen.
Daad bij het woord
In de jaren daarna besloot Kaasenbrood de daad bij het woord te voegen en het prototype van het bierviltje daadwerkelijk te gaan fokken. In eerste instantie kruiste Kaasenbrood de groenleggende Araucana met Sumatra hoenders, vanwege hun lange staart. Deze nakomelingen werden weer gekruist met het Brabantse boerenhoen, om zo het kuifje en goede gebruikseigenschappen toe te voegen. Tenslotte moest de Australorp voor wat meer body zorgen. Het resultaat was een middelgroot sierlijk hoen, blauw of zwart gekleurd, met kuifje en een lange staart. Dieren hadden de hardheid van het boerenhoen én de hennen legden blauwgroene eieren.
Schijndelaar kleurde wit
Om de eierproductie nog wat te verhogen werden witte leghorns ingekruist, waardoor er uiteindelijk dominant witte Schijndelaars ontstonden. Het was deze witte Schijndelaar die in 2001 officieel erkend werd als nieuw kippenras. Tijdens de creatie kruisten fokkers incidenteel ook een Hollandse witkuif en een Engels parelgrijs in, daarom zijn er nu ook parelgrijze en koekoekskleurige Schijndelaars. En zijn er ook Schijndelaar krielen.
Groene eieren gezonder?
Elton Haanschoten is fokker van de Schijndelaar, hij erfde de kippen van zijn opa. Hij kent de uitspraak dat de groene eieren van de Schijndelaar gezonder zijn dan de witte of bruine. Maar Elton is voorzichtig met deze stelling. “Opa had een bord aan de weg waarop hij de groene eieren aanprees als extra gezond vanwege een lager cholesterolgehalte en meer onverzadigde vetzuren. Maar het is allemaal niet wetenschappelijk aangetoond.”
Nieuwsgierig naar het hele verhaal van fokker Elton en zijn Schijndelaars? Neem dan een (proef)abonnement op Boerenvee. Vermeld in het opmerkingenveld dat je nummer 3 van 2023 als eerste nummer wil ontvangen.